Enkeerdgronden

Enkeerdgronden bestaan uit een humusrijke bruingekleurde laag grond van ten minste vijftig centimeter dik, het esdek. In de Nederlandse bodemclassificatie vallen enkeerdgronden onder de zogenaamde dikke eerdgronden. Deze bodemsoort komt voor in zandlandschappen die gevormd zijn in het Pleistoceen. Deze gronden zijn ontstaan door het potstalsysteem waarbij de grond werd bemest met dierlijke mest en plaggen.
In enkeerdgronden wortelen planten tot de C-horizont die van 0 tot 80- centimeter diepte begint.

bodemlagen


De enkeerdgronden kunnen worden onderverdeeld in de bruine enkeerdgronden en de zwarte enkeerdgronden.

  • Zwarte enkeerdgronden: ontstaan door het gebruik van heideplaggen binnen het potstalsysteem. De A-horizont heeft minstens een dikte van vijftig centimeter en heeft een zwarte kleur. De grond is kleiarm en bevat weinig tot geen sporen van leem.
  • Bruine enkeerdgronden: ontstaan door het gebruik van bosstrooisel en graszoden binnen het potstalsysteem. Deze komen voor op de zandruggen nabij beekdalen. Het bodemprofiel bevat sporen van zand. De bruine enkeerdgronden bevatten sporen van zand en leem. De grondsoort heeft een A-horizont van minstens 50 centimeter.


De potentieel natuurlijke vegetatie van de zwarte enkeerdgronden bestaat uit wintereiken-beukenbos en nat elzen-eikenbos. Ditzelfde geldt voor de bruine enkeerdgronden. De Griestgras-Beukenbossen worden bij de bruine enkeerdgronden ook tot de potentieel natuurlijke vegetatie gerekend.