De geschiedenis van de Heimanshof is, als onderdeel van het kampeerterrein de Paasheuvel, nauw verweven met de geschiedenis van de stichting “Voor Zon en Vrijheid” en de vroegere Arbeiders Jeugd Centrale, het AJC.
In 1922 kocht de AJC de heuvel, die bij de plaatselijke bevolking bekend stond als 'De Paasheuvel' in Vierhouten. Het gebied werd ingericht als kampeerterrein en de AJC organiseerde er regelmatig kampen.
Een van de doelstellingen de AJC was, de arbeidersjeugd kennis op te laten doen over en in aanraking te brengen met de natuur.
In de jaren dertig van de vorige eeuw gaf Henk van Laar leiding aan het buitenwerk van het AJC. Hij had grote belangstelling voor de vrije natuur en schreef hierover onder meer in de De Meidoorn, Natuurhistories Blad voor buitenvrienden, bedoeld voor wandelaars, kampeerders en natuurliefhebbers. Bij de onderwerpskeuze probeerde hij zoveel mogelijk aan te sluiten bij de belangstelling van arbeiders. Hij schreef over dicht bij huis gelegen onderwerpen uit de geologie en archeologie, vogels en vissen.

Op zijn initiatief werd in 1935, naar een opzet van de heer Gerard Bleeker, een tuinarchitect uit Santpoort, met de aanleg van de heemtuin begonnen.
Omdat door de grote economische crisis in de jaren '30 veel jonge arbeiders niet aan de slag konden komen werd door de AJC projecten voor deze werklozen opgezet. Op deze manier konden zij enkele weken uit de neerdrukkende sfeer van het werkloos zijn ontsnappen.

Henk van Laar en Gerard Bleeker wilden echter meer dan jonge werklozen aan het werk zetten. Wat zij wilden was de inrichting van een educatief park, waar inheemse bomen en planten zouden groeien, gebruikmakend van het natuurlijk bekenstelsel. In 1935 werd begonnen met de aanleg van het natuurpark. In 1936 en 1937 hebben kampen van werkloze jongeren zich met dit omvangrijke project bezig gehouden.

Henk van Laar benaderde onder andere Dr. Jac.P. Thijsse, bestuurslid van de Heimansstichting en bekend van de Verkade-albums, voor het verkrijgen van een subsidie. Thijsse gaf ook aanwijzingen voor de opzet. Zo gaf hij in een brief van december 1935 het advies om van de Heimanshof botanische tuin te maken. In de tuin zou hoofdzakelijk plaats moeten zijn voor de flora van de Veluwe. In deze opzet paste een eiken-berken bosje met lelietjes-van-dalen, dalkruid, anemoon, klaverzuring, bosbes, zevenster, rapunzel, maagdenpalm, alsmede een droog en vochtig berkenbos met duisternis- en zure planten.

Verder een pinetum of dennenvegetatie, een juniperetum of jeneverbesvegetatie met overgang naar droge hei, en een eritecum of dopheivegetatie met de wondermooie flora van de natte hei. Tenslotte suggereerde de brief een moerasje, een vijver met water- en oeverflora die van water wordt voorzien door de natuurlijke beek die de tuin doorkruist.

Zie de oorspronkelijke plattegrond van de heemtuin uit 1932 hieronder.

Plattegrond heemtuin 1932

In 1937 werd dit omvangrijke project voltooid.

De in deze brief van Thijsse tot uiting gebrachte gedachten werken tot aan vandaag in de aanleg door.