- Details
- Geschreven door: Hans
- Categorie: Roggeakker
- Hits: 2556
De Voederwikke (Vicia sativa subsp. sativa) dankt zijn naam aan het feit dat de soort als voedergewas werd verbouwd.
De plant wordt tot 1 m hoog en heeft een vrij stevige stengel. Het meer dan 5 mm brede, omgekeerd eironde tot langwerpige blad is even geveerd en heeft acht tot zestien blaadjes. Aan de top bevindt zich een al dan niet vertakte rank. De steunblaadjes kunnen getand zijn en zijn voorzien van een donkere vlek.
De voederwikke bloeit met alleenstaande, kortgesteelde bloemen of met één of twee paar bloemen in de bladoksels. De bloeiperiode loopt van mei tot juli (soms tot september). De vlag van de bloem is blauwpaars en de zwaarden zijn donkerpaars. De bloem is 1,8-3 cm lang. Alle kelktanden zijn even lang of iets langer dan de kelkbuis.
De voederwikke draagt een 3-8 cm lange, meestal zacht behaarde, tussen de zaden iets ingesnoerde peul die bij rijpheid bruin tot geelbruin is. De peul bevat vier tot twaalf geel- of kastanjebruine zaden.
Vicia sativa (synoniem: Vicia angustifolia) is een plant uit het geslacht wikke (vicia) uit de vlinderbloemenfamilie (Leguminosae). De soort komt voor op bouwland, langs wegen en op dijken. De plant klimt met ranken via andere planten omhoog. Op die manier kan deze wikke tot wel een meter hoog worden.
Bron: Wikipedia
- Details
- Geschreven door: Hans
- Categorie: Roggeakker
- Hits: 1418
Slofhak of slofhakken (Anthoxanthum aristatum, synoniem: Anthoxanthum puelii) is een eenjarige plant, die behoort tot de grassenfamilie (Poaceae). De soort staat op de Nederlandse Rode lijst van planten als vrij zeldzaam en zeer sterk afgenomen. Slofhak heeft in tegenstelling tot gewoon reukgras (Anthoxanthum odoratum) een scherpe, niet zo aangename geur. Hij bloeit van mei tot juli.
De sterk uitstoelende plant wordt 4–40 cm hoog. De geknikt opstijgende stengels zijn aan de voet sterk vertakt. De bladeren zijn 0,8–6 cm lang en 1–5 mm breed. De onderste bladscheden zijn op de schedemond na kaal. Het tot 3 mm lange tongetje (ligula) is spits.
De bloeiwijze is een langwerpige, min of meer losbloemige, 1 tot 4 cm lange aarpluim. Een aartje bestaat uit twee steriele bloempjes met daarboven een fertiel bloempje. Het onderste, 6 mm lange kelkkafje van het aartje is kaal en het tweede, 8 mm lange kelkkafje heeft een meestal stekelpuntige top. Het tweede paar kelkkafjes heeft lange kafnaalden, is zonder de kafnaalden 3 mm lang en is wel behaard.
De kroonkafjes zijn zeer klein en ongeveer 1,5 mm lang. De bleekgele helmknoppen zijn 2,5-3,5 mm lang. De stamper heeft twee stempels. De vrucht is een 0,7 mm langeen 0,4 mm brede graanvrucht.
Slofhak geeft de voorkeur aan open, zonnige, droge en zure, stikstofarme, matig voedselarme tot matig voedselrijke, kalk- en humusarme zandgrond. Dit eenjarige gras groeit in graanakkers (voornamelijk roggeakkers), op omgewerkte plaatsen in bermen en braakliggende grond, op ruderale plaatsen en bouwterreinen, in perken en schrale weilanden en verder langs spoorwegen en stortplaatsen, op industrie- en haventerreinen. De soort is zeer sterk achteruit gegaan met het verdwijnen van de roggeteelt. Ze verschilt van het sterk gelijkende gewoon reukgras door de al bij de voet sterk vertakte stengels.
Bron: Wikipedia
- Details
- Geschreven door: Hans
- Categorie: Roggeakker
- Hits: 1480
De ringelwikke (Vicia hirsuta) is een plant uit de vlinderbloemenfamilie (Leguminosae), die in Nederland en België vrij algemeen voorkomt.
De plant wordt 15-60 cm hoog en het blad bestaat uit vier tot tien paar blaadjes. De steunblaadjes zijn half pijlvormig. De ringelwikke bloeit van mei tot juli met 2-4 mm grote, blauwachtig witte bloemen, die alleen of met tot acht (soms tot tien) bij elkaar in trossen zitten.
De kelktanden zijn langer dan de kelkbuis, maar niet of nauwelijks langer dan de bloemkroon. De ringelwikke komt voor op droge, matig voedselrijke grond in akkerland, bermen en duinen.
De peul is behaard, is 7-11 mm lang en bevat meestal twee, 2,5 tot 3 mm grote zaden.
Bron: Wikipedia
- Details
- Geschreven door: Hans
- Categorie: Roggeakker
- Hits: 1639
Rogge (Secale cereale) is een kruisbevruchtende graansoort, die net als de overige granen behoort tot de grassenfamilie.
Geschiedenis
Rogge groeit in het wild in Midden- en Oost-Turkije. Als cultuurgewas is de plant er in kleine hoeveelheden aangetroffen in enkele neolithische vindplaatsen, maar verder wordt het vrijwel niet gevonden tot aan de Midden-Europese bronstijd, rond 1800-1500 v.Chr. Mogelijk werd rogge naar het Westen gebracht als minder belangrijke variant van tarwe, en werd het gewas pas later apart geteeld. Rogge is aangetroffen in Romeins cultuurgebied langs de Rijn en op de Britse eilanden.
De Romeinse schrijver Plinius de Oudere beoordeelde rogge negatief: het zou een slecht soort voedsel zijn, alleen te gebruiken om niet te verhongeren, en werd er spelt aan toegevoegd om de bittere smaak van het roggebrood of de roggepap te verdrijven. Rogge zou ook als groenbemesting gebruikt zijn.
In Nederlandse gebieden is rogge gevonden in de laatste fase van de raatakkers (ook wel 'celtic fields'). Het gewas is waarschijnlijk omstreeks het begin van de jaartelling ingevoerd. Sinds de middeleeuwen is het ook hier een belangrijke grondstof voor brood.
Gebruik
Rogge wordt vooral geteeld om er roggebrood van te maken. Ook ontbijtkoek wordt van rogge gemaakt. In Ierland en de Verenigde Staten wordt rogge gebruikt voor de productie van whisky. Rogge wordt voornamelijk op de zand- en dalgronden verbouwd. Voor de teelt van winterrogge worden vrij bestoven rassen en hybrides gebruikt. Zomerrogge wordt bijna niet meer geteeld voor de korrel. Wel wordt zomerrogge soms geteeld als stoppelgewas voor groenbemesting. Ook winterrogge wordt wel voor groenbemesting gebruikt. Dit is dan een bladrijk type en wordt ondergeploegd in het voorjaar. Roggemeel werd vroeger gebruikt om roggepap van te maken. Dit werd gebruikt door destilleerders om aansluitingen af te dichten zodat geen stoom kon ontsnappen. Kuipers gebruikten de roggepap samen met gedroogde en geplette lis om de aansluiting van de houten bodems in de inkrozing van de ton of emmer te dichten.
Bron: Wikipedia
- Details
- Geschreven door: Hans
- Categorie: Roggeakker
- Hits: 1601
Reukeloze kamille (Tripleurospermum maritimum, synoniem: Matricaria maritima, Matricaria inodora en Matricaria perforata) is een plant uit de composietenfamilie (Asteraceae). Dit plantje heeft madeliefjesachtige bloemen en varenachtige bladeren. De vertakte stengel wordt 10-30 cm hoog.
Reukeloze kamille heeft witte straalbloemen en gele schijfbloemen. Het hoofdje is 1,5-15 cm groot. De hoofdjes staan alleenstaand op een lange bloemsteel en bloeien van juni tot de herfst. De bladeren zijn veervormig gekarteld. Reukeloze kamille heeft bolvormige vruchten met drie ribben aan één kant; de andere kant bevat twee oliekliertjes.
Bron: Wikipedia