- Details
- Geschreven door: Hans
- Categorie: Roggeakker
- Hits: 1717
Muur (Stellaria) is een geslacht van kruidachtige planten uit de anjerfamilie (Caryophyllaceae). Het geslacht komt wereldwijd voor met zo'n 175 soorten. De meeste soorten hebben vijftallige, witte kroonbladen.
De botanische naam Stellaria is afgeleid van het Latijnse 'stella' en betekent 'kleine ster', verwijzend naar de bloemvorm. De etymologie van de Nederlandse naam is onbekend.
Muur wordt gebruikt als waardplant door de larven van sommige motten zoals de grijze stipspanner (Idaea aversata).
Bron: Wikipedia
- Details
- Geschreven door: Hans
- Categorie: Roggeakker
- Hits: 1598
De korenbloem (Centaurea cyanus), ook wel wilde korenbloem genoemd, is een 30–60 cm hoge, eenjarige plant uit de composietenfamilie. Binnen het geslacht Centaurea is het een van de drie soorten die van nature voorkomen in België en Nederland. Hij staat op de Nederlandse Rode lijst (planten) van 2000. In Vlaanderen heeft de soort de status "achteruitgaand".
De korenbloem dankt zijn naam aan de traditionele groeiplaats; op akkers tussen het graan. Doordat de plant slechts weinig ruimte nodig had, kon hij hier tussen het hoge graan overleven. Door de teelt met gezuiverd zaaigoed komt de plant in dit milieu vrijwel niet meer voor. In bermen van binnenwegen zijn de blauwe bloemen nog wel regelmatig aan te treffen. De soort neemt zelfs toe, waarschijnlijk doordat veel bermen minder vaak dan vroeger worden gemaaid. Wel moet hierbij worden vermeld dat een groot deel van deze planten verwilderd zijn vanuit tuinen.
De trompetvormige straalbloemen met driehoekige slippen hebben een opvallende diepe kleur blauw, die aanleiding heeft gegeven tot de naam korenbloemenblauw. De voet van de buisbloempjes is paars. De natuurlijke bloeiperiode is van juni tot augustus.
Bron: Wikipedia
- Details
- Geschreven door: Hans
- Categorie: Roggeakker
- Hits: 1961
De Kleine of Bleke Klaproos (Papaver dubium) is een in Nederland en België vrij algemeen voorkomende, eenjarige plant uit de papaverfamilie (Papaveraceae). De soort is kleiner dan de grote klaproos en de bloemen zijn meer oranjeachtig van kleur en soms aan de voet zwart gevlekt.
De plant wordt 20-60 cm hoog. De stengels zijn stijfbehaard. De soort komt voor op zanderig bouwland, langs wegen en spoorlijnen.
Het blad is grijsachtig groen, kortbehaard en dubbel-veerdelig zonder duidelijke eindlob. Deze bladeren vallen na een week uit elkaar.
De plant is alleenstaand en bloeit van eind mei tot augustus. De bloem is oranjeachtig rood en heeft een doorsnede van 3-7 cm. Soms is er een donkere vlek aan de voet van het kroonblad. Ze hebben veel purperkleurige meeldraden en een stempelschijf met vijf tot negen groenachtige, bruine of paarsachtige stempelstralen. De stralen overdekken elkaar niet of bijna niet.
De bleke klaproos heeft een langwerpige, meer dan tweemaal zo lang als brede, met poriën openspringende (dehiscente) doosvrucht met hierop een deksel.
Bron: Wikipedia
- Details
- Geschreven door: Hans
- Categorie: Roggeakker
- Hits: 1703
Klein tasjeskruid (Teesdalia nudicaulis) is een eenjarige plant, die behoort tot de kruisbloemenfamilie (Brassicaceae). De plant komt van nature voor in West- en Midden-Europa.
De plant wordt 3-20 cm hoog en vormt een wortelrozet. De bladeren zijn liervormig veerspletig tot veerdelig en hebben een stompe eindslip.
Klein tasjeskruid bloeit van april tot juni (soms ook nog in augustus en september) met witte bloemen, die gegroepeerd staan in een tros. De twee buitenste kroonbladen zijn 1,5 mm lang en de twee binnenste zijn 1 mm lang.
De 3-4 mm lange, omgekeerd eironde, afgeplatte en smal gevleugelde vrucht is een hauwtje met een zeer korte snavel.
De plant komt als pionier voor op droge, vrij zure zandgrond bij zandverstuivingen, in graanvelden en duinen.
Bron: Wikipedia
- Details
- Geschreven door: Hans
- Categorie: Roggeakker
- Hits: 1763
De heggenwikke (Vicia sepium) is een vaste plant uit de vlinderbloemenfamilie (Leguminosae). De heggenwikke is klimmend of kruipend en is te vinden langs wegen, in heggen (vandaar de Nederlandse naam), op bouwland, grasland en in gemengd bos.
De plant kan wel een meter lang worden. De bladeren en stengels hebben korte haartjes of zijn nagenoeg kaal.
De bloem is bleek, purperkleurig en wordt 1-1,5 cm groot. De onderste kelktanden zijn korte dan de kelkbuis en zijn ongelijk van lengte. De bloemen vormen een tros met twee tot zes kortgesteelde bloemen. De bloeitijd is van mei tot augustus.
Het blad is geveerd en bestaat uit drie tot negen paar deelblaadjes, die langwerpig tot eirond zijn. De gekrulde, vertakte ranken helpen bij het klimmen. De steunblaadjes zijn voorzien van een zwarte vlek.
De vrucht van de heggenwikke is een peul van 2-3,5 cm lang. De peulen zijn zwart, onbehaard en bevatten drie tot tien zaadjes.
Aan de onderzijde van de steunblaadjes scheidt de plant nectar af die vaak door mieren wordt opgelikt.
Bron: Wikipedia