- Details
- Geschreven door: Hans
- Categorie: Hoge Beekwal
- Hits: 1785
Hondsdraf (Glechoma hederacea) is een kruipende, geurende plant die behoort tot de lipbloemenfamilie (Lamiaceae). De naam is een volksetymologische vervorming van Middelnederlands goutdraue (lees: gontdrāve), wat ‘zweerrank, wondkruid’ betekent en een samenstelling uit *gont ‘zweer, etter’ en *rave ‘rank’ is. Dit woord is verwant met gewestelijk Duits Gundelrebe en waarschijnlijk de Gotische persoonsnaam Gunderaba.
De plant wordt 15 - 60 cm groot, de vierkante stengel is liggend tot rechtopstaand en wortelt op de knopen. De bladeren zijn niervormig met een gekartelde rand. Hoe zonniger de standplaats, des te kleiner de bladeren. Van maart tot juni zijn paars-blauwe bloemen te zien die in een schijnkrans staan. De onderlip is aan het einde in tweeën gespleten en de bovenlip is vlak en niet bol. Er zijn tweeslachtige en functioneel vrouwelijke exemplaren. De laatste hebben duidelijk veel kleinere bloemen.
Hondsdraf komt voor in Eurazië en is in West-Europa heel algemeen. Het hoogtepunt van de bloei valt in Nederland en België in april. In het voorjaar is ook de kleur van het blad min of meer paars en kunnen de planten hun groeiplaats van een duidelijk paarse gloed voorzien. De kleur hangt samen met de temperatuur. In de zomer is de plant groen. Ook in de winter draagt de plant bladeren.
Bron: Wikipedia
- Details
- Geschreven door: Hans
- Categorie: Hoge Beekwal
- Hits: 1739
De gewone hennepnetel (Galeopsis tetrahit) is een eenjarige, 10-100 cm hoge plant uit de lipbloemenfamilie (Lamiaceae). De naam hennepnetel is gegeven omdat een blad van de hennepnetel lijkt op één enkel blaadje van het samengestelde blad van hennep (Cannabis sativa)
De vertakte, ruwbehaarde stengel draagt rode of gele klierhaartjes. Ook op de kelkbladtanden zitten deze klierhaartjes. Er zitten verdikkingen onder de knopen met stijve haartjes op een kussentje.
De 1-2 cm lange, in kransen groeiende bloem is lichtpaars en heeft donkere vlekjes. Ook witte en bleekgele bloemen komen voor. De bloemen zijn tweelippig. De bovenlip is gewelfd en de onderlip heeft drie slippen. De kelk heeft vijf smalle tanden.
De gewone hennepnetel bloeit in schijnkransen van juli tot oktober. De bladeren zijn eirond tot lancetvormig, gezaagd, gesteeld en blauwgroen van kleur. De maximale worteldiepte bedraagt 20 cm.
De vrucht is een vierdelige splitvrucht met 2,5 - 3 mm grote nootjes.
Bron: Wikipedia
- Details
- Geschreven door: Hans
- Categorie: Hoge Beekwal
- Hits: 1788
De gewone vlier (Sambucus nigra) is een plant uit de muskuskruidfamilie (Adoxaceae). De bloei is van mei tot juli. De bestuiving vindt plaats door insecten. De vruchten zijn in september en oktober rijp. De plant vermeerdert zich door zaad, dat met name door spreeuwen, die dol op de bessen zijn, wordt verspreid. Botanisch gezien zijn de bessen steenvruchten.
De gewone vlier wordt door het edelhert gegeten omdat zij de plantendelen kunnen verteren. Voor veel andere dieren is de soort giftig vanwege cyaanverbindingen in het blad. Op vlierhout is vaak de judasoorzwam te vinden.
De vlier stelt geen hoge eisen aan zijn standplaats en wordt zelfs in dakgoten gevonden.
Bron: Wikipedia
- Details
- Geschreven door: Hans
- Categorie: Hoge Beekwal
- Hits: 1755
De Gewone smeerwortel (Symphytum officinale) is een vaste plant uit de ruwbladigenfamilie (Boraginaceae). Deze soort is in België en Nederland een algemeen voorkomende plant in ruigtes, bermen, op dijken en bij slootkanten. Dit geldt voor geheel Europa met uitzondering van het hooggebergte. De plant is in Noord-Amerika ingevoerd en verwilderd.
De plant wordt 40–100 cm hoog met van mei tot augustus witte, roze of paarse, dicht opeen in een hangende tros gegroepeerde bloemen. De bloemen zijn klokvormig, 2–4 cm groot. De kelkbladen zijn spits, en 1/3 van de buisvormige, vergroeide kroonbladen.
Zowel de stengel als de lancetvormige bladeren zijn ruwbehaard. Het wortelblad is het grootst, dit kan 25 cm lang zijn. De hogere bladeren zijn gevleugeld langs de stengel, dat wil zeggen: het blad loopt door langs de stengel tot het vorige blad. De bladeren zijn aan de onderzijde geaderd.
De ronde, holle stengels zijn vertakt. De wortel is van buiten zwart, van binnen wit.
Bron: Wikipedia
- Details
- Geschreven door: Hans
- Categorie: Hoge Beekwal
- Hits: 1588
De gevlekte dovenetel (Lamium maculatum) is een in West-Europa algemeen voorkomende dovenetel.
De gevlekte dovenetel is een 20-80 cm hoge, vaste plant. De plant heeft 2-3 cm grote, roze bloemen; deze zijn groter dan die van de paarse dovenetel (Lamium purpureum). De 'vlek' in de naam slaat op de zilverkleurige / grijze streep langs de hoofdnerf van het blad. Een ander kenmerk: de gevlekte onderlip van de bloem. De helmhokjes zijn bruin-paars (bij de witte dovenetel (Lamium album) zijn deze zwart). De bloeitijd is van april tot november.
De plant groeit vaak op dezelfde plaatsen als de paarse dovenetel, de witte dovenetel en brandnetels: op ruderale gronden, langs bermen, parkranden, bosranden, bij composthopen. De plant houdt van een enigszins vochtige grond.
Bron: Wikipedia