- Details
- Geschreven door: Hans
- Categorie: Bosranden
- Hits: 1764
Klimop (Hedera helix), ook wel eiloof, (boom)veil of ifte genoemd, is een groenblijvende, houtige liaan uit de klimopfamilie (Araliaceae). De plant groeit op vochtige, voedselrijke grond langs muren en ook schoorstenen, en tegen bomen waaraan de plant zich met korte hechtwortels vastklampt.
Het is een in de gematigde streken groeiende liaan. De plant kan meer dan 10 meter hoog klimmen, maar kan ook uitgestrekt over de grond liggen. De plant verspreidt een eigenaardige, wat harsachtige geur. Soms scheidt de plant ook werkelijk een roodbruin gekleurd hars af. De bladeren en vruchten van klimop zijn voor de mens giftig.
Klimop heeft leerachtige, verspreid staande bladeren. Oudere klimmende planten die voldoende licht ontvangen kunnen boogvormig afstaande bloeiende zijtakken vormen. Klimop vertoont bladdimorfie: de bladeren aan de niet bloeiende takken zijn handvormig gelobd tot gespleten met een hartvormige bladvoet, terwijl de bladeren aan de bloeiende zijtakken eirond zijn en niet gedeeld. Worden deze zijtakken gestekt dan ontstaat er een klimopplant die geen klimstengels meer kan vormen. Deze vorm wordt in siertuinen gebruikt voor de zogenaamde "bolvormige" klimop.
De bloemen staan in bolle schermen die in trossen gerangschikt zijn. De bloemen zijn klein, tweeslachtig, regelmatig, vijftandig en geelgroen. De bloei is in de nazomer en de herfst van september tot december. Klimop is een belangrijke drachtplant. Bloeiende klimop is voor vele insecten in de herfst een rijke bron van nectar en stuifmeel, omdat er dan weinig andere planten bloeien.
Bron: Wikipedia
- Details
- Geschreven door: Hans
- Categorie: Bosranden
- Hits: 1561
Hengel (Melampyrum pratense) is een plant uit de bremraapfamilie (Orobanchaceae). Tot 2001 werd de soort ingedeeld bij de helmkruidfamilie (Scrophulariaceae).
Het is een halfparasiet, hij heeft groene blaadjes voor fotosynthese, maar water met nutriënten wordt door de wortels afgetapt uit de wortels van andere planten. Met deze strategie kan hengel in een aantal weken volledig uitgroeien en ook in droge milieus voldoende water opnemen. Bekende gastplanten zijn eik, berk en bosbes.
De vierkantige stengels zijn voorzien van opstijgende zijtakken en een wat overhangende top. De bladeren zijn eirond tot langwerpig. Een trosvormige bloeiwijze is naar één zijde gericht. Ze draagt geelwitte bloemen die maximaal 2 cm groot zijn en bestaan uit een kroonbuis die veel langer is dan de kelktanden.
De vrucht is een doosvrucht met zaden die korter leven dan een jaar en dus voor de winter kiemen. Hengel bloeit van mei tot september en sterft af aan het eind van de zomer. Vanaf juli vindt de verspreiding van het zaad plaats, waarschijnlijk met behulp van mieren. De plant komt voor in open bossen, bosranden, houtwallen en wegbermen met bomen. Hoewel hengel in Nederland sinds 1950 flink is achteruitgegaan, komt hij nog vrij algemeen voor in het oosten van het lands. In Vlaanderen is de soort vooral aanwezig in de Kempen, elders is hij zeldzaam.
Bron: Wikipedia
- Details
- Geschreven door: Hans
- Categorie: Bosranden
- Hits: 1549
Haarmos (Polytrichum) is een geslacht van mossen uit de familie Polytrichaceae. Het is een algemeen voorkomend geslacht dat wereldwijd verspreid is.
Het zijn over het algemeen vrij grote, stevige mossen, die zelfs tot langer dan 50 cm kunnen worden.
In België en Nederland wordt het geslacht vertegenwoordigd door een zevental soorten.
Bron: Wikipedia
- Details
- Geschreven door: Hans
- Categorie: Bosranden
- Hits: 1633
Dalkruid (Maianthemum bifolium) is een giftige, vaste plant, die behoort tot de aspergefamilie (Asparagaceae).
De plant wordt 7-20 cm hoog, heeft een rechtopstaande stengel en vormt een dunne wortelstok (rizoom). Er zitten meestal twee bladeren aan de bloemstengel, vandaar de soortaanduiding bifolium. Het blad van de niet bloeiende plant verwelkt, wanneer de plant in bloei komt. De spitse bladeren zijn 3-8 cm lang en 2-5 cm breed, eirond en hebben een hartvormige voet. Op de nerven komen kleine, dunne haren voor.
Dalkruid bloeit in mei en juni met witte bloemen, die gerangschikt zijn in een tros. De bloemslippen staan eerst stervormig uit en zijn bij het ouder worden van de bloem teruggeslagen.
De vrucht is een ronde bes en bevat één of twee zaden. Onrijpe bessen zijn rood gespikkeld en kleuren rood bij het rijp worden.
De plant komt voor op beschaduwde plaatsen op vochtige tot vrij droge, matig voedselarme grond.
Bron Wikipedia
- Details
- Geschreven door: Hans
- Categorie: Bosranden
- Hits: 1678
De bosanemoon (Anemone nemorosa) is een lage vaste plant uit de ranonkelfamilie (Ranunculaceae). Het is een geofyt met een wortelstok.
De bosanemoon groeit meestal in grote groepen. De planten hebben drie hoogtebladeren op de bloemstengels met witte bloemen en worden 10–25 cm hoog.
De bosanemoon heeft een wortelstok, die dicht onder het grondoppervlak loopt en witte knoppen heeft. Op de wortelstok staan de bladeren.
De bloemen van de bosanemoon zijn tweeslachtig. De bloeistengels dragen meestal maar één bloem, zelden zijn het er twee. De halfknikkende tot rechtopstaande bloemen zijn wit, vaak iets roze of paars aan de onderkant en 2–4 cm groot. Meestal hebben de bloemen zes tot acht kale bloemdekbladen, soms tot twaalf. De omwindselbladen hebben een 1–2 cm lange steel en zijn 2–4 cm lang. De bloempjes hebben een groot aantal meeldraden met gele helmknoppen en een groot aantal stampers.
Bron: Wikipedia