- Details
- Geschreven door: Hans
- Categorie: Vijver en vijveroever
- Hits: 2234
De zwarte nachtschade (Solanum nigrum) is een in Eurazië algemeen voorkomende tot 40 cm hoge, eenjarige plant uit de nachtschadefamilie (Solanaceae). De plant is ook geïntroduceerd in Amerika, Australazië en Zuid-Afrika. De plant heeft een opgerichte, behaarde, vaak ietwat zwarte stengel.
De witte bloempjes hebben vijf puntige, naar achteren gebogen kroonbladen. De teruggebogen kroonbladen zijn wit tot vuilwit met gele helmhokjes. Na de bloei (juni tot september) ontwikkelen zich hieraan eerst groene, later zwarte bessen.
De kelkbladen omsluiten de giftige bessen niet. De zaden ontkiemen pas bij vrij warm weer in april en mei.
De eironde tot driehoekige bladeren zijn golvend getand.
Bron: Wikipedia
- Details
- Geschreven door: Hans
- Categorie: Vijver en vijveroever
- Hits: 2140
De gewone engelwortel (Angelica sylvestris) is een plant uit de schermbloemenfamilie (Umbelliferae of Apiaceae). De plant kan twee meter hoog worden. Hij komt voor in bossen, moerassen en vochtige graslanden.
De stengels zijn hol en gestreept. De kleur van de stengels is rood/purper. De wortelblaadjes zijn twee- tot drievoudig geveerd en hebben een gegroefde, gootvormige bladsteel. De blaadjes zijn ei- tot lancetvormig en getand.
De bloemen zijn wit of enigszins roze. Een bloem bestaat uit vijf kroonblaadjes die naar binnen zijn gekruld. De bloemen vormen een samengesteld scherm met twintig tot dertig schermstralen, die zacht behaard zijn. De omwindseltjes zijn puntig en lijnvormig. De plant bloeit van juli tot september. Gewone engelwortel heeft eironde vruchtjes met vliezige, gevleugelde ribben.
Bron: Wikipedia
- Details
- Geschreven door: Hans
- Categorie: Vijver en vijveroever
- Hits: 2419
Het waterdrieblad (Menyanthes trifoliata) is een plant uit de watergentiaanfamilie (Menyanthaceae). Het waterdrieblad staat op de Nederlandse Rode Lijst van planten. In Nederland is de plant vanaf 1 januari 2017 niet meer wettelijk beschermd. De moerasplant is in laagveengebied plaatselijk vrij algemeen, maar geldt er als sterk afgenomen.
De lange wortelstok kruipt over de bodem en draagt tot 30 cm hoge bloeiende scheuten. Het blad is drietallig en 3,5-7 cm lang. Het blad is omgekeerd eirond en gaafrandig. De bladsteel is lang en heeft een schede. De bloemknoppen zijn rood maar de geopende bloem is wit en heeft een doorsnede van circa 1,5 cm.
Er zijn vijf kroonblaadjes met slippen die bezet zijn met franjeachtige beharing. De plant vormt een rijk bloeiende piramidevormige bloemtros die aanwezig is van april tot juli met soms een tweede bloei in oktober. Het waterdrieblad draagt een bolvormige doosvrucht.
Bron: Wikipedia
- Details
- Geschreven door: Hans
- Categorie: Vijver en vijveroever
- Hits: 2135
De Waterleliefamilie (Nymphaeaceae) is een familie van bedektzadigen. Bedektzadigen worden gekenmerkt door bloemen en doordat ze zich voortplanten door middel van zaden in vruchten.
Het zijn waterplanten: de bloemen en bladeren drijven op het water, maar de wortels houden de planten op hun plaats. Met zo'n zestig soorten is dit een kleine familie. De planten komen wereldwijd voor, buiten de poolstreken en de woestijnen.
- Details
- Geschreven door: Hans
- Categorie: Vijver en vijveroever
- Hits: 2258
De wateraardbei (Potentilla palustris, synoniem: Comarum palustre) is een vaste plant uit de rozenfamilie (Rosaceae). De soort staat op de Nederlandse Rode lijst van planten als algemeen voorkomend maar sterk afgenomen.
De plant wordt 30-90 cm hoog en heeft veervormig samengestelde bladeren. De bijna kale stengelbladeren zijn vijf- tot zeventallig en van onderen blauwachtig groen. De schutbladeren zijn drietallig. De plant heeft een kruipende, houtige wortelstok.
De wateraardbei bloeit in Nederland in juni en juli met donkerrode bloemen in losse, enkelvoudig gevorkte bijschermen. De kroonbladen zijn ongeveer evenlang als de zwartachtige roodbruine kelkbladen. De kelk is bij rijpheid verdikt. Een schijfvormige honingklier, die zich bevindt tussen de meeldraden en de bloembodem, scheidt tijdens de bloei nectar uit. Hierdoor worden vliegen, honingbijen en hommels gelokt, die zo voor de bestuiving zorgen.
De plant komt voor in matig voedselarme venen en in tot 20 cm diep water van veenplassen, vennen, duinvalleien, nat grasland, spoorsloten en greppels.
Bron: Wikipedia