- Details
- Geschreven door: Hans
- Categorie: Leemkuil
- Hits: 1857
Pijlkruid (Sagittaria sagittifolia) is een waterplant uit de waterweegbreefamilie (Alismataceae). Gekweekte vormen komen vaak uit Oost-Azië. De Nederlandse naam komt overeen met de geslachtsnaam, die naar een 'pijl' verwijst. De naam verwijst naar de vorm van de bladeren.
Het is een overblijvende, 70-100 cm hoge moeras- of waterplant met knolachtig verdikte, 4-5 cm grote wortelstok. De knollen zijn eivormig, wit of groen van kleur en bedekt met schubben. De bladeren zijn pijlvormig, donkergroen, ongedeeld en langgesteeld. Onder water zijn de bladeren lichtgroen, lang en smal. Boven water hebben de bladeren een duidelijke pijlvorm. De driekantige stengels kunnen tot een halve meter boven het water uitsteken.
De plant bloeit van juli tot september. De bladeren hebben in het midden een bruine tot donkerpaarse vlek. De bloemen groeien in langwerpige bloeiwijzen. De bloemen bestaan uit drie vrije kroonbladeren en drie groene kelkbladeren. De vruchten zijn klein.
Bron: Wikipedia
- Details
- Geschreven door: Hans
- Categorie: Leemkuil
- Hits: 1836
Het harig wilgenroosje (Epilobium hirsutum) is een 0,8-1,8 m hoge, algemeen voorkomende, vaste plant uit de teunisbloemfamilie (Onagraceae).
De zachtbehaarde stengel draagt 6-12 cm lange, langwerpige bladeren. De bladeren zijn meestal tegenoverstaand, terwijl het middelste blad vaak stengelomvattend is. Ook de bladeren zijn zachtbehaard.
De bloemen hebben een diameter van 1,5-2,5 cm, vier uitgerande, licht- tot donker magenta kroonbladen en een vierspletige stempel. De plant bloeit van juni tot september.
De plant komt in België en Nederland algemeen voor op vochtige plaatsen, in ruigtes, langs slootkanten en op niet al te zware grond. Een diepte tot 10 cm in het water gedurende enige tijd is geen bezwaar, maar de plant kan echter geen langdurige natte voeten gebruiken en heeft ook behoefte aan veel licht. Onder deze omstandigheden kan de plant dichte bosschages vormen.
Mogelijk onder invloed van de klimaatverandering breidt de plant zich naar het noorden uit. Zo werd in 1980 de plant op het Schotse eiland Skye nog niet waargenomen, terwijl de plant daar anno 2004 veel voorkomt.
Bron: Wikipedia
- Details
- Geschreven door: Hans
- Categorie: Leemkuil
- Hits: 1741
Liggend hertshooi (Hypericum humifusum) is een overblijvende plant die behoort tot de hertshooifamilie (Hypericaceae). Het plantje wordt 5 tot 20 cm hoog en heeft een bloeitijd van juni tot september. Het is een pionierssoort die voorkomt op droge grasachtige plaatsen en op vochtige zand- en leemgronden in West- en Centraal-Europa.
Het is een kleine plant met bebladerde draadachtige stengels die wortelen waar ze de grond raken. Hij heeft veel langwerpige steelloze bladeren die tegenoverstaand zijn ingeplant op de stengel.
In de bladoksels groeien bleekgele bloemen met kleine zwarte stippen op de kroonbladen. Liggend hertshooi heeft 15-20 meeldraden per bloem die centraal in de bloem groeien. De vruchten zijn meerzadig.
Bron: Wikipedia
- Details
- Geschreven door: Hans
- Categorie: Leemkuil
- Hits: 1668
Het klein hoefblad (Tussilago farfara) is een 10- 30 cm hoge vaste plant, behorend tot de composietenfamilie (Asteraceae).
De bloeitijd ligt vroeg, gewoonlijk in maart en april, bij gunstig weer reeds in februari. De plant behoort tot de naaktbloeiers, de bladeren verschijnen pas na de bloei. Tijdens de bloei zijn de bladeren beperkt tot korte, groene of rode schubjes langs de stengel. Na de bloei ontwikkelen deze zich tot hartvormig of ronde en getande bladeren. Deze, aan de onderkant viltig behaarde bladeren staan in een rozetvormige krans rond de steel.
De plant is een pioniersplant die zich vooral op nieuwe gronden goed thuis voelt, vaak kan men hem tussen grassen in betrekkelijk nieuwe wegbermen of hellingen aantreffen. Op deze hellingen helpt de tot 1,5 m lange wortelstok en de uitlopers hieraan om de grond vast te houden.
Elke stengel draagt een bloemhoofdje met een doorsnee van 2-3 cm. Het centrum van het bloemhoofdje bevat 30-40 mannelijke buisbloemen. Aan de rand zijn daar omheen ongeveer 300 vrouwelijke smalle, draadvormige lintbloempjes. Bestuiving vindt plaats door bijen en vliegen, die de plant graag bezoeken.
Bron: Wikipedia
- Details
- Geschreven door: Hans
- Categorie: Leemkuil
- Hits: 1628
De moerasdroogbloem (Gnaphalium uliginosum, synoniem: Filaginella uliginosa) is een eenjarige plant, die behoort tot de composietenfamilie (Asteraceae). De soort komt voor in Europa. De botanische naam Gnaphalium is afkomstig van het Oudgriekse woord gnaphalon, dat een lok wol betekent.
De plant wordt 5-20 cm hoog en is van de voet af uitgespreid vertakt. Er komen echter ook planten voor die hoger vertakken. De behaarde, lancetvormige bladeren hebben een versmalde bladvoet. De bovenste stengeldelen zijn viltig behaard.
De moerasdroogbloem bloeit van juni tot oktober met geelachtig witte bloemhoofdjes. De eironde hoofdjes zitten in door bladeren omgeven kluwens bijeen. Op de bloemhoofdjesbodem zitten geen schubben. De omwindselbladeren zijn bruin- tot geelachtig. De buisbloempjes zijn geelachtig wit. De pappus bestaat uit afvallende haartjes.
De vrucht is een 0,5-1 mm lang nootje met een kransvormige pappus.
De plant komt voornamelijk voor op zandgrond, die vochtig tot nat en voedselrijk is. De plant kan ook groeien op zeer zure grond.
Bron: Wikipedia