- Details
- Geschreven door: Hans
- Categorie: Heiderand
- Hits: 1758
Het grasklokje (Campanula rotundifolia) is een vaste plant uit de klokjesfamilie (Campanulaceae). In Nederland is de plant vanaf 1 januari 2017 niet meer wettelijk beschermd. De plant wordt tussen de 10 en 50 cm hoog. De bloemkroon is meestal blauw, maar soms wit. De bloemkroon heeft de vorm van een klok en telt vijf lobben. De bloemkroon wordt tussen de 1 en 2 cm lang en knikt. De kelkslippen zijn priemvormig. De stengelbladen zijn lijn-lancetvormig en de bladrand is ongetand. De bloemen staan in een pluim. De rozetbladeren zijn rond van vorm en hebben een hartvormige voet. De bladrand is gekarteld.
Er worden verschillende ondersoorten onderscheiden. Zo heeft Campanula rotundifolia subsp. baumgartenii een kantige stengel, stengelbladen die relatief groot zijn en bloemknoppen die variëren van rechtopstaand tot knikkend. Bij Campanula rotundifolia subsp. rotundifolia staan die altijd recht omhoog en is de stengel rond. Verder zijn de stengelbladen gemiddeld ook groter bij Campanula rotundifolia subsp. baumgartenii
Het grasklokje komt voor in de koude en gematigde streken van het noordelijk halfrond. In de Benelux groeit de soort op goeddoorlatende grond. Zo komt de plant voor op zandgrond, krijthellingen en ook op stenige plaatsen, taludbeddingen van spoorwegen en in rotsspleten. De plant staat veelal in graslanden zolang deze niet te veel worden bemest en het gras niet te hoog wordt. In Nederland komt de plant vooral voor op zandgronden en in Zuid-Limburg. In België is de soort algemeen tot vrij algemeen.
Het grasklokje gaat zowel in Nederland als België in aantal achteruit. Vermoedelijk ligt de oorzaak in de sterke bemestingsdruk waardoor concurrerende grassen bevoordeeld worden.
Bron: Wikipedia
- Details
- Geschreven door: Hans
- Categorie: Heiderand
- Hits: 1754
Ganzerik (Potentilla) is een plantengeslacht uit de rozenfamilie (Rosaceae) van kruidachtige planten en een aantal struiken. De botanische naam Potentilla is afgeleid van het Latijnse potens (machtig), duidend op een sterke medicinale werking. Het geslacht telt ongeveer vijfhonderd soorten die voornamelijk in gematigde streken van het noordelijk halfrond voorkomen. Over de precieze grenzen van het geslacht vindt nog veel onderzoek en discussie plaats. Het zeer nauw verwante geslacht aardbei (Fragaria) bijvoorbeeld zal wellicht samen met ganzerik in een groter geslacht opgaan.
Verschillende soorten zijn populaire tuinplanten, met name de heesterganzerik (Potentilla fruticosa) met veel cultivars. Deze soort wordt vaak gebruikt in groenaanplant van steden en bedrijfsterreinen, omdat hij weinig onderhoud vergt, winterhard is en voor een groot deel van de zomer bloemen draagt.
De botanische naam Potentilla is afgeleid van het Latijnse potens, wat machtig betekent, duidend op een sterke medicinale werking. Zo werd de wortelstok van tormentil (Potentilla erecta) en zilverschoon (Potentilla anserina) gebruikt bij diarree en maag- en darmpijn.
De bladeren van veel soorten zijn samengesteld uit vijf deelblaadjes. Hier duidt de Engelse naam 'cinquefoil' (= vijf blaadjes) op. Overigens hebben sommige soorten maar drie deelblaadjes, zoals de aardbeiganzerik, terwijl andere er zelfs vijftien of meer hebben.
De Duitse geslachtsnaam 'Fingerkraut' verwijst naar een andere eigenschap van het blad: het is meestal handvormig samengesteld.
Bron: Wikipedia
- Details
- Geschreven door: Hans
- Categorie: Heiderand
- Hits: 2111
De (gewone) Brem (Cytisus scoparius, synoniem: Sarothamnus scoparius) is een struik uit de vlinderbloemenfamilie (Fabaceae). De soort lijkt op de aanzienlijk zeldzamere gaspeldoorn, maar heeft geen doorns. De struik kan een hoogte van 2 m bereiken. De takken en twijgen zijn vijfkantig en niet behaard. Wanneer insecten de bloem bezoeken, wordt het stuifmeel op hen afgeschoten. Brem komt zeer algemeen voor, vooral op zandgrond, heidevelden, in duinen en langs spoordijken.
Brem heeft maar weinig bladeren en ze zijn erg klein. De onderste zijn drietallig handvormig samengesteld, de bovenste enkelvoudig. De blaadjes vallen gauw af, maar de takken blijven desalniettemin groen. Brem heeft handvormige samengestelde bladeren
De bloemen zijn goudgeel en ongeveer 2 cm lang. Ze vormen losse trossen. De bloemstelen zijn ongeveer 1 cm lang. De stijl is opgerold. Brem bloeit in mei en juni.
Brem draagt een zwarte peul van 2,5-4 cm lang. Alleen de randen van de peulen zijn behaard, de rest is kaal.
Bron: Wikipedia