Jakobskruiskruid (Jacobaea vulgaris subsp. vulgaris, synoniem: Senecio jacobaea) is een wilde, in de regel tweejarige plant met gele bloempjes uit het geslacht Jacobaea (Jacobskruid).

Jakobskruiskruid heeft meestal hoofdjes met een krans van gele straalbloempjes, in tegenstelling tot de ronde bloemhoofdjes van boerenwormkruid. In de duinen en op diverse andere plaatsen in Nederland en Vlaanderen, zoals op de Veluwe komen echter planten voor waarbij de straalbloemen ontbreken, namelijk bij de ondersoort duinkruiskruid (Jacobaea vulgaris subsp. dunensis).

Jakobskruiskruid

De plant komt steeds meer voor in de Nederlandse en Vlaamse wegbermen en natuurgebieden en van daaruit in de perceelranden van weilanden, sinds 1998 in het noorden van Nederland vijfmaal zoveel. Het is een pioniersplant en hij verspreidt zich snel, doordat een volwassen plant 75.000 tot 200.000 vruchten kan produceren, die op open plekken in het gras of de berm makkelijk kiemen. De 2,5 - 3 mm lange nootjes (vruchten) worden door het vruchtpluis met de wind meegevoerd. De randstandige nootjes zijn meestal onbehaard, terwijl de andere nootjes dicht behaard zijn met korte haren. Jakobskruiskruid is in bermen ook ingezaaid, doordat het voorkomt in bermopfleurende kruidenmengsels.

Jakobskruiskruid2

Jakobskruiskruid is een windverspreider, maar niet zo'n goede als algemeen wordt aangenomen. Om een levensvatbare populatie te krijgen, moeten de zaden wel op een geschikt plekje komen om te kunnen ontkiemen.

Bron: Wikipedia