De zwarte specht (Dryocopus martius) is een standvogel die voorkomt in het noordelijk Palearctisch gebied. In Europa is het de grootste specht en de enige vertegenwoordiger van het geslacht Dryocopus. Hij is eenvoudig te herkennen aan zijn grote formaat, zijn zwarte verenkleed met rode kopkap en zijn typische roep. Deze opvallende kenmerken spreken sinds de klassieke oudheid reeds tot de verbeelding van de mens. Daardoor speelt de zwarte specht een rol in een aantal mythes en legendes.

Zwarte specht

Het ideale leefgebied van de zwarte specht bestaat uit volgroeide bossen met voldoende coniferen. Hier jaagt hij op mieren, kevers en keverlarven, die hij uithakt uit boomstammen. In de winter is hij vooral aangewezen op mierenhopen en mieren die leven in houtopslagen. Elk broedjaar hakt de zwarte specht een nieuwe nestholte uit. Oude nesten worden in gebruik genomen door allerlei vogels en zoogdieren, waardoor de zwarte specht een belangrijke rol speelt in het ecosysteem van zijn habitat. Dankzij de aanplant van productiebossen kon hij zijn verspreidingsgebied aanzienlijk uitbreiden en komt hij sinds het begin van de 20e eeuw ook in Nederland en België voor.

De zwarte specht is de grootste specht in Europa. Na de poederspecht (Mulleripicus pulverulentus) uit Oost-Azië is het de grootste specht ter wereld waarvan zeker is dat hij niet is uitgestorven. Een volwassen zwarte specht heeft doorgaans een lichaamslengte tussen de 45 en 55 centimeter, met een maximum van 57 centimeter. De vleugelspanwijdte bedraagt 64 tot 73 centimeter. Het gewicht van een volwassen exemplaar varieert tussen de 250 en 370 gram, waarbij het vrouwtje gemiddeld een fractie kleiner en lichter is dan het mannetje. Het gewicht van de zwarte specht is sterk afhankelijk van zijn voeding en leefgebied. Exemplaren in het uiterste noorden van het verspreidingsgebied zijn doorgaans groter en zwaarder.

De zwarte specht heeft een vrijwel geheel zwart verenkleed, met uitzondering van een hardrode tekening op het bovenzijde van de kop. Ogenschijnlijk is het verenkleed gelijkmatig gekleurd, maar de veren op de rug zijn wat donkerder en hebben een blauwere glans dan die aan de onderzijde. De slagpennen zijn soms wat bruiner getint. Het verenkleed is bij vrouwtjes iets lichter gekleurd en iets minder glanzend. Dit verschil is alleen van dichtbij en met goed licht te zien. Dankzij de rode koptekening is het geslacht eenvoudig te bepalen. Bij mannetjes begint de tekening vanaf het voorhoofd en loopt taps toe tot bijna in de nek. Bij vrouwtjes is alleen de kruin rood gekleurd.

De grijsachtig witte snavel is breed aan de basis en donkergrijs gekleurd op de punt. Hij meet 5 tot 6,7 centimeter en is daarmee aanmerkelijk groter dan bij de meeste andere spechten. Vrouwtjes hebben over het algemeen een iets kortere snavel dan mannetjes. Dankzij zijn krachtige snavel kan de zwarte specht grote stukken boomstam blootleggen om insecten te bereiken. Hij heeft een relatief korte, speervormige en kleverige tong, voorzien van gevoelige zenuwuiteinden. De iris is wit tot geel gekleurd. Meestal bevindt zich een zwarte vlek op de iris die de pupil aan de snavelzijde raakt. Hierdoor lijkt de pupil peer- of druppelvormig en krijgt de specht een loensende blik.

De tenen van de korte grijze poten zijn als bij de meeste spechten zygodactyl geplaatst: twee tenen staan naar voren en twee naar achteren gericht. De naar voren gerichte derde teen is langer dan de achterste vierde teen. De tenen hebben lange, scherpe klauwen die een goede grip geven. Een volwassen specht is hierdoor in staat om zelfs ondersteboven aan een dikke tak te hangen. De staart meet 16 à 17 centimeter en heeft staartpennen met stugge veerschachten. De buitenste twee staartpennen zijn aanmerkelijk langer dan de overige. De zwarte specht gebruikt zijn gevorkte staart als steun wanneer hij zich verticaal aan een boomstam vasthoudt.

De juveniel onderscheidt zich van volwassen exemplaren door een blauwzwarte iris en een lichtere, egaal gekleurde snavel. Het verenkleed is bovendien matter gekleurd; het is eerder donkergrijsbruin dan zwart. Veel juvenielen hebben ook een lichter gekleurde keel. De koptekening is vaalrood tot vleeskleurig. Deze tekening bevindt zich bij beide geslachten alleen op de kruin, maar is bij mannetjes duidelijk groter. Een vliegvlugge juveniel heeft al een complete koptekening, zodat het geslacht kan worden bepaald. Aan het einde van zijn eerste levensjaar heeft hij zijn volwassen verenkleed en heeft de koptekening de hardrode kleur.

Herken de zwarte specht, een video van Kees Vanger
{youtube}rzindQ_HpLQ{/youtube}

Bron: Wikipedia