Een omnivoor (Latijn: omnis, elk, ieder; vorare, eten) of alleseter is een dier dat zowel plantaardig als dierlijk voedsel kan eten om te overleven.

Een overwegend carnivoor dier dat ten minste 5% plantaardig voedsel eet of een overwegend herbivoor dier dat ten minste 5% dierlijk voedsel eet noemt men omnivoor. Organismen die dood organisch (plantaardig of dierlijk) materiaal consumeren zijn detrivoor of detritivoor. Deze zouden ook omnivoor genoemd kunnen worden, omdat ze zowel plantaardig als dierlijk voedsel consumeren.

Het dieet is bij een omnivoor afhankelijk van wat er op dat moment beschikbaar is en kan allerlei plantaardige en dierlijke producten omvatten. Zuivere herbivoren en carnivoren hebben soms gespecialiseerde aanpassingen van het lichaam. Herbivoren hebben meestal een lang darmkanaal met verschillende magen en herkauwen vaak hun voedsel met maalkiezen. Carnivoren hebben een korte darm, lange hoektanden en knipkiezen die geschikt zijn voor het afbijten van vlees. De scheidslijnen tussen carnivoren en herbivoren zijn niet scherp: een kat eet weleens planten en een koe krijgt wel insecten binnen met het gras.