De welriekende agrimonie (Agrimonia procera, synoniem: Agrimonia odorata) is een kruidachtige, overblijvende plant, die behoort tot de rozenfamilie (Rosaceae). De soort staat op de Nederlandse Rode lijst van planten als zeldzaam en matig afgenomen. De plant komt van nature voor in Europa.

Welriekende Agrimonie

De meest waarschijnlijk herkomst van de botanische naam Agrimonia is het Oudgriekse 'Argemone', letterlijk vertaald 'vlek op het oog', waarmee planten werden aangeduid die heilzaam waren voor de ogen.

Welriekende Agrimonie2

De plant wordt 45–150 cm hoog en vormt een wortelstok. De stengel is zeer dicht bezet met korte klierharen met daarnaast lange, gewone haren. Ook de bladeren hebben aan de onderzijde een dergelijke beharing. De geelachtig groene bladeren zijn , afgebroken geveerd met drie tot zes paar blaadjes, die 2–6 cm lang zijn en een enigszins toegespitste top hebben. Bij wrijving van de bladeren geven ze een zoetzure geur af.

Welriekende Agrimonie3

De welriekende agrimonie bloeit van juni tot augustus met gele bloemen, die in een aar gerangschikt zijn. De kelkbuis is sterk bezet met aan de top gekromde borstelharen. Uit de kelkbuis ontwikkelt zich na de bloei een schijnvrucht, die aan de buitenzijde over twee derde van de lengte (vanaf bovenaan) gegroefd is en bezet met haken. De haken in de onderste rij staan bij rijpheid teruggebogen. Deze kenmerken onderscheiden de welriekende agrimonie van de gewone agrimonie (Agrimonia eupatoria).

Welriekende Agrimonie tekening

Bron: Wikipedia